Hypoallergene hond bestaat niet
Dit artikel is tevens gepubliceerd in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde van mei 2015.
Sommige mensen zijn allergisch voor honden. Maar niet voor iedere hond. Neem bijvoorbeeld de ‘Labradoodle’, een kruising tussen een Poedel en een Labrador. Naast dat deze hond er schattig uit ziet, wordt beweerd dat de Labradoodle ‘hypoallergeen’ is en dus geschikt voor baasjes met een hondenallergie. Allergenen, zoals eiwitten uit de vacht, huidschilfers en speeksel veroorzaken na inademing allergische klachten. Het idee is dat Labradoodles, en andere hypoallergene honden, minder allergenen uitscheiden. Maar is dit ook zo?
Esmeralda Krop, onderzoekster bij het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), ging samen met Diergeneeskunde studente Doris Vredegoor en de afdeling Dermatologie van de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren op onderzoek uit. De uitkomst is opmerkelijk: “In tegenstelling tot wat iedereen verwachtte, blijken hypoallergene honden niet minder, maar juist méér allergenen te produceren dan ‘normale’ honden”, vertelt Krop.
Can f1
Zo’n twintig procent van de mensen in de Westerse wereld is allergisch voor honden en blootstelling aan hondenallergenen is een belangrijke oorzaak voor astmatische klachten. “Veel mensen met een hondenallergie geven aan minder klachten te ervaren bij bepaalde hondenrassen. Tot nu toe is hier nog geen wetenschappelijke verklaring voor gevonden.”
Het onderzoeksteam onderzocht bij verschillende hondenrassen de uitscheiding van het allergeen Can f1, dat bij zo’n 75% van de allergische mensen de klachten veroorzaakt. Wat de functie van dit allergeen precies is en of honden ook zonder dit eiwit kunnen is nog onduidelijk. “In eerdere studies is gekeken naar de hoeveelheid Can f1 in de haren van verschillende hondenrassen, dit is de eerste studie waarbij de hoeveelheid allergeen in haar, vacht en omgeving werd vergeleken tussen hypoallergene en niet-hypoallergene rassen.”
Allergeen productie en uitscheiding
Er werden monsters genomen van de haren, vacht en omgeving (grond of lucht) van de honden. Hierbij werden alleen huishoudens onderzocht met 1 hond. “We hebben verschillende monsters bekeken omdat we niet alleen geïnteresseerd waren in hoeveel allergeen de hond produceert, dus wat in het haar zit, maar ook hoeveel allergeen er wordt afgegeven aan de vacht en de omgeving.”
Vervolgens werd gemeten hoeveel Can f1 er werd aangetroffen bij hypoallergene honden (zoals de Labradoodle, Poedel, Spaanse Waterhond, en Airdaile terrier) ten opzichte van niet- hypoallergene honden (Labradors en andere rassen). Tevens werd er een enquête gehouden onder eigenaren met betrekking tot allergische klachten en symptomen.
Meer allegeen in de vacht
De resultaten waren verrassend: hypoallergene honden hadden hogere! hoeveelheden Can f1 in hun haar en vacht. Er werd echter geen verschil gevonden in de hoeveelheid Can f1 in de lucht ten opzichte van huishoudens met een normale hond. Het lijkt dus voor de hoeveelheid allergenen in de lucht, en dus allergische klachten, niet uit te maken of je een gewone of een hypoallergene hond in huis neemt. De hoeveelheid Can f1 op de grond was wel significant lager bij huishoudens met Labradoodles, maar dit verschil werd niet terug gevonden in lucht. “Het zou kunnen dat mensen met een allergie grondiger schoonmaken of een filter op de stofzuiger hebben, dit laatste is in de enquête niet uitgevraagd. Maar uiteindelijk is de hoeveelheid allergeen in de lucht in grote mate bepalend voor de allergische klachten, en hierin werd dus geen verschil gevonden tussen de rassen.”
Tussen de oren?
Toch geeft ruim 80% van de allergische eigenaren aan minder klachten te ervaren bij contact met hun hypoallegene hond. “Bij de interpretatie van deze uitkomst is wel enige voorzichtigheid geboden aangezien de studie niet is opgezet om vermindering van symptomen te analyseren. Deze gegevens zijn verzameld op basis van een enquête, er is vooraf geen allergietest gedaan bij de eigenaar. Het zou kunnen dat sommige mensen denken allergisch te zijn of juist allergisch zijn voor andere stoffen. Placebo effect kan hier ook een rol spelen.”
Sommige hypoallergene rassen zoals Poedels verharen minder, en zouden daarom minder allergenen uitscheiden. “In het onderzoek zijn de vachtmonsters met een stofzuiger genomen, dat maakt het lastig om uitspraken te doen over hoeveel het dier verhaart; met de stofzuiger krijg je het haar er altijd wel af. Toch zou je bij minder uitscheiding ook lagere niveaus in de lucht verwachten en dit was niet het geval.”
Hoewel er tussen bepaalde rassen een significant verschil werd gevonden in de hoeveelheid Can f1 in de vacht, bleek er tevens een grote variatie te bestaan tussen individuele honden van hetzelfde ras. “Je kan als eigenaar dus best in bezit zijn van een gewone hond met een lage allergeen productie of een hypoallergene hond met een hoge productie. Waar dit individuele verschil op berust is onduidelijk. Ras, geslacht en leeftijd lijken allemaal niet van invloed. Wellicht is het interessant om in de toekomst een studie uit te voeren waarbij een cohort honden wordt gevolgd om te kijken of allergeen productie fluctueert in de tijd en welke factoren hierbij mogelijk een rol spelen.”
Hypoallergeen ras heeft geen wetenschappelijke onderbouwing.
Waarom eigenaren met een hypoallergene hond minder klachten ervaren is vooralsnog niet wetenschappelijk te verklaren. Allergeen niveaus verschillen tussen rassen, maar ook binnen individuen van hetzelfde ras. Tot dusver is er geen wetenschappelijke onderbouwing om te mogen spreken van een ‘hypoallergeen’ ras.